Glossary
Winterhardheidszones
Winterhardheidszones zijn een richtlijn voor tuinders om te bepalen welke planten in een bepaalde regio de winter buiten kunnen overleven. Ze zijn gebaseerd op de gemiddelde laagste temperaturen die in een gebied gedurende vele jaren voorkomen en worden ingedeeld in zogenaamde USDA-zones.
Oorsprong en betekenis
Het systeem van winterhardheidszones is ontwikkeld door het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA - United States Department of Agriculture) en wordt tegenwoordig internationaal gebruikt. Ook in Europa, waaronder Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, wordt deze indeling gebruikt om de vorsttolerantie van planten te beoordelen.
Elke zone omvat een temperatuurinterval van ongeveer 5,5 °C. Hoe lager het zonenummer, hoe kouder het klimaat – en hoe robuuster de planten moeten zijn.
Tabell: overzicht van winterhardheidszones
| Zone | Minimale gemiddelde temperatuur (°C) | Voorbeeldplanten |
|---|---|---|
| Zone 9 | -6,7 bis -1,1 | laurier, olijf, vijg (in zeer milde regio's) |
| Zone 8 | -12,2 bis -6,7 | lavendel, rozemarijn, wijnstok |
| Zone 7 | -17,8 bis -12,3 | sering, appelboom, forsythia |
| Zone 6 | -23,3 bis -17,8 | spar, haagbeuk, lijsterbes |
| Zone 5 | -28,8 bis -23,4 | lariks, meidoorn, winterlinde |
| Zone 4 | -34,4 bis -28,9 | berg den, Siberische els, pioenroos |
| Zone 3 | -40,0 bis -34,5 | poolwilg, Siberische lariks |
Winterhardheidszones in Midden-Europa
De meeste regio's in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland liggen tussen zone 6 en 8:
-
Noord-Duitse laagvlakte: zone 7–8
-
Laaggebergte: zone 6–7
-
Voorland van de Alpen en hooggelegen gebieden: zone 5–6
-
Wijnbouwgebieden aan de Rijn en in Zuid-Tirol: zone 8–9
Deze zones dienen slechts als ruwe richtlijn. Lokale verschillen door microklimaat, windbescherming, helling of bebouwing kunnen grote gevolgen hebben – zelfs binnen één tuin.
Toepassing in de praktijk
Bij het kopen van planten vind je vaak informatie zoals ‘winterhard tot zone 6’. Dat betekent:
-
In regio's met mildere winters (zone 7 of 8) kan de plant zonder problemen overwinteren.
-
In koudere regio's (zone 5 of 4) is extra winterbescherming aan te raden of is een vorstvrije overwintering noodzakelijk.
Planten zoals rozemarijn, vijgen of henneppalm gedijen bijvoorbeeld alleen in de milde gebieden van Zuid-Duitsland permanent in de buitenlucht.
Conclusie
De winterhardheidszones zijn een handig hulpmiddel om de juiste planten te kiezen, maar ze vervangen niet de observatie van uw eigen tuin. Microklimaat, bodem, windbescherming en verzorging zijn vaak belangrijker voor het succes in de winter dan alleen het zonegetal.